Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland

Op drie niveaus kan men dit werk ter hand nemen. De lezer die snel geïnformeerd wil zijn, leest de samenvattingen die aan het einde van de meeste hoofdstukken zijn opgenomen. Wil men daarna over een bepaald onderwerp meer weten, dan leest men het betreffende hoofdstuk. Deze kennis is ten slotte nog uit te breiden met gegevens die in de voetnoten zijn ondergebracht.

In de vier delen behandelt de auteur de geschiedenis van de kerk in Nederland tot 1853.
Allereerst wordt de missionering van Nederland en België beschreven, dan de ontwikkeling van de geloofsgemeenschap tot een volwassen kerk in de middeleeuwen en vervolgens de kerkscheuring in de zestiende eeuw.
Daarna gaan Zuid-en Noord-Nederland eigen wegen.
In het zuiden blijft de hiërarchie bestaan. Hier komt de volgens het concilie van Trente hervormde kerk tot grote bloei. De kerk gaat echter vaak gebukt onder een vergaande staatsbevoogding.
In het noorden ontstaat na de reformatie een missiekerk. Tot in de Franse tijd moeten de katholieken wachten op hun vrijheid.
De scheuring van het verenigde koninkrijk der Nederlanden is mede het gevolg van de eigenzinnige godsdienstpolitiek van koning Willem I. Onder zijn opvolger wordt in het tegenwoordige Nederland een meer kerkvriendelijke politiek gevoerd, die door middel van de liberale grondwet van 1848 het herstel van de hiërarchie van 1853 mogelijk maakt.